De Bornse Marianne Webster heeft in maart 2018 haar enig kind, haar 18-jarige zoon Mike, verloren aan de meningokokbacterie. Naar aanleiding van deze heftige gebeurtenis heeft ze haar leven radicaal omgegooid, onder andere door een tijd vrijwilliger te zijn in een hospice. In haar columns vertelt ze wat haar heeft geraakt of welke nieuwe inzichten ze heeft gekregen, na de dood van haar kind.
Ik heb het al vaker genoemd in mijn columns: de verschillende manieren waarop mensen reageren als iemand zijn kind verliest. Sommige mensen laten meteen niets meer van zich horen. De meesten zijn er even voor je, maar als het rouwrumoer is verstomd, doen ze al snel alsof er niets is gebeurd. Life goes on! Ja, voor hen wel, maar voor ons niet! Een enkeling steunt je door dik en dun en dat zijn de mensen die je helpen uit het diepe dal te klimmen. Zo waardevol en zo gewaardeerd! Door deze verschillende reacties op Mike’s dood ben ik me er veel bewuster van geworden dat de ene mens meer medemenselijkheid in zich heeft dan de ander. Dat de één een veel empathischer karakter heeft dan de ander.
Karakter is voor mij de weerspiegeling van wat diep in iemands hart zit. Het gaat me niet om de woorden die mensen spreken, want iedereen kan doelbewust iets zeggen om de ware aard te verbergen. Het gaat er meer om hoe ze hun leven leiden, wat ze feitelijk doen. Ons uiterlijke gedrag onthult onze ware aard. Dit wordt vooral duidelijk in tijden van crisis, omdat het veel moeilijker is om een masker op te zetten te midden van grote uitdagende omstandigheden. De onthulling van de ware kleuren van de mens maakt ons óf interessant en aantrekkelijker, óf het legt juist een innerlijke lelijkheid bloot!
Die blootlegging van de ware aard van de mens is iets dat je ook nú ziet, tijdens het hele corona-gebeuren. Toen het virus nog een ver van mijn bed show was, zag je al dat iedereen er op z’n eigen manier mee omging. Zo had je mensen die het allemaal maar aanstelleritis vonden (“Het is maar een griepje”), of mensen die Trump-gedrag gingen vertonen en de media de schuld gaven van fake news en ophitserij. Ook waren er veel mensen die met humor alles probeerden te relativeren. Dat laatste is enigszins begrijpelijk, maar voor mij is het virus vanaf het eerste begin iets bedreigends geweest. Als echtgenote van een man met een zeer zwakke gezondheid en als rouwende moeder van een kind dat stierf aan een bacterie waar ook zo goed als niemand aan dood gaat, vind ik dit virus toch echt beduidend minder grappig.
Nu het virus geen ver van mijn bed show meer is, maar een wezenlijk onderdeel van ons dagelijks leven, zie je al helemaal dat mensen hun ware aard laten zien. En helaas is ook in deze situatie niet iedereen even sympathiek of solidair met zijn medemens. Zo zijn er al meerdere mensen met een Chinese achtergrond bedreigd, bespuugd en zelfs aangevallen, enkel en alleen omdat de oorsprong van het virus in China ligt. Ook heb ik met volle verbazing gekeken naar de verschillende filmpjes, waarin mensen in een supermarkt elkaar de koppen inslaan om een rol wc-papier. Het hamstergedrag begint zo wel heel grote ikke-ikke-ikke proporties aan te nemen. En dan heb ik het nog niet eens over de klootzakken die hun zojuist gekochte waar vervolgens voor belachelijke prijzen op marktplaats zetten.
De mens zal de mens niet zijn als ook hier geen grapjes over gemaakt worden. Zo gaat er op Facebook een plaatje rond met de tekst: “Voor al die personen die nu aan het paniek winkelen zijn: “Zorg er nou maar voor dat je genoeg condooms in huis hebt, zodat er straks niet nog meer van die idioten rondlopen!””. Of het grappige plaatje van Fokke en Sukke, waarbij de één thuiskomt met een hele grote lading toiletpapier en de ander vervolgens zegt: “Als je nou eten gehamsterd had, dan hadden we nog iets te poepen gehad!”. Maar alle gekheid op een stokje, het is intriest dat er mensen zijn die zo naar, hebzuchtig en zelfzuchtig kunnen reageren op een crisis die ons allemaal treft. Deze pandemie van egoïsme, waar geen vaccin voor te maken is, laat zien hoe verrot de mensheid kan zijn.
Maar tegelijkertijd is er ook hoop! Want heb je de vele hartverwarmende filmpjes gezien over hoe mensen samenkomen om er het beste van te maken? Zoals de video waarin geïsoleerde Italianen elk op hun eigen balkon gingen staan om samen het Italiaanse volkslied te zingen. Of het filmpje van de vele Spanjaarden die afgelopen weekend hun zorgmedewerkers massaal een daverend applaus gaven, om ze te bedanken voor het overeind houden van hun land. Dit soort acties, die wij deze week ook in Nederland zullen zien, ontroeren mij enorm. Net als de actie die een vrouw uit Borne is gestart, nadat ze had gelezen dat de voedselbank zijn deuren sloot als gevolg van het virus. Zij heeft meerdere vrijwilligers om zich heen verzameld en vervolgens winkels benaderd om de behoeftigen dan maar zelf van voedselpakketten te voorzien. Prachtig initiatief!
Ook zijn er duizenden Nederlanders die via hashtags als #coronahulp op social media individueel hun hulp aanbieden aan mensen die door het virus in de knel komen, op welk gebied dan ook. Een heel mooi gebaar, maar toch bekruipt me dan een gevoel “Waarom is er nu opeens wel aandacht voor ouderen en hulpbehoevenden?” Gaat het met deze mensen straks net als bij rouwende ouders? Als de aandacht verstomt, is de hulp dan ook weer weg? Dat zou zo vreselijk jammer zijn, maar ik ben er wel bang voor!
Voor mij zijn dit allemaal prachtige voorbeelden van menselijke verbinding en het zou zo vreselijk spijtig zijn als deze ultieme vormen van noaberschap slechts van tijdelijke aard blijken te zijn. Stiekem hoop ik dat een crisis van deze omvang iets in mensen losmaakt wat blijvend zal zijn. Meer empathie, meer medemenselijkheid, meer aandacht voor de kwetsbaren in de samenleving. Het begin is er in ieder geval! Laten we hier daarom met zijn allen een voorbeeld aan nemen door onze medemensen te tonen dat, ook al is het virus besmettelijk en de paniek overdraagbaar, er gelukkig ook nog zoiets bestaat als besmettelijkheid van solidariteit!